Toezicht op reputatie is meer dan een risicoparagraaf
Marlies de Ruyter de Wildt
Het overgrote deel van de commissarissen ziet de reputatie van de organisatie als een belangrijke asset. Toch is er de neiging om toezicht op reputatie te vatten in risicomanagement. Door dit aspect te benaderen vanuit het risicodenken, dreigt het toezicht op reputatie onderdeel van het afvinklijstje te worden: ‘we hebben alle risico’s afgedekt’.
Dat schrijven Marlies de Ruyter de Wildt en Marleen Janssen Groesbeek in de publicatie ‘Voorkom toezicht met een dode hoek’. De publicatie is een samenvatting van hun verkennend onderzoek onder commissarissen naar integratie van cultuur, gedrag en reputatie in de toezichtsroutine.
Opvallend is dat alleen nog de governancecode Woningcorporaties 2015 reputatie als meet- en sturingsfactor erkent. In het voorstel tot herziening van de corporate governance code werd reputatie nog expliciet genoemd. In de code Van Manen van 2016 niet meer. Op de vraag voor het onderzoek waarom reputatie is geschrapt, antwoordde de Monitoring Commissie ons:
‘...Bewustzijn van de maatschappelijke context waarin vennootschappen opereren en mogelijke reputatieschade is dan ook van belang voor vennootschappen. Voor waardecreatie op lange termijn is een adequaat systeem voor beheersing van risico’s onmisbaar. De Commissie ziet dat op dit moment niet anders. (...) Zij stelt de risicobereidheid vast en besluit welke maatregelen tegenover de risico’s worden gezet. In de best practice bepaling 1.2.1 van de herziene Code zijn echter de voorbeelden van risico’s die deel uitmaken van de risicoanalyse geschrapt. In de toelichting op de Code is opgenomen dat onder de in het kader van Principe 1.2 te identificeren en te beheersen risico’s zowel interne als externe risico’s vallen. Hieronder valt ook reputatieschade.’
Reputatie ‘gaat per twitter’
Het antwoord van de Monitoring Commissie bevestigt dat het denken over reputatie zich nog te veel beperkt tot reputatieschade als onderdeel van risicomanagement en reputatie niet waardeert als sturingsinstrument voor langetermijnwaardecreatie. Hierdoor dreigt de commissaris voorbij te gaan aan de waardevolle discussie over de dilemma’s en ontbreekt de bredere afweging van de wensen van verschillende stakeholders: hoe wordt een organisatie door de interne en externe stakeholders gewaardeerd en hoe zorgt zij zelf dat die waardering toeneemt? Er ligt dus een directe relatie met de langetermijnwaardecreatie of zoals het voor semipublieke organisatie wordt omschreven maatschappelijk vertrouwen. Dat is een bevestiging dat reputatie niet teruggebracht kan worden tot een eenvoudige risicofactor.
De aandacht voor reputatie past bij het naar de toekomst kijken, het hebben van een goede strategie die de naam en faam van de organisatie kan beschermen en ondersteunen. ‘Anno nu komt de reputatie te voet en gaat per twitter. Emoties en beleving winnen het van feiten en cijfers in de snelle (online) meningsvorming. Juist nu iedereen met elkaar is verbonden via (sociale) netwerken kan de reputatie snel onder druk komen te staan’, aldus commissaris Margot Scheltema in ‘Spanning in de boardroom’ van Eric Heres en Frank Peters.
Continuïteit
Hoewel een groot deel van de commissarissen geen positie wil innemen bij de vraag of reputatie altijd op de agenda van de RvC moet staan, onderkennen zij wel het belang van reputatie voor de continuïteit van organisatie. Reputatie wordt onder andere gezien als ‘de kurk waarop de continuïteit van de organisatie drijft. Er ligt een directe relatie met de langetermijnwaardecreatie of zoals het voor semi-publieke organisatie wordt omschreven, voor maatschappelijk vertrouwen.
Reputatie van de commissaris
Een commissaris moet om een goede inschatting te kunnen maken van de positie van zijn organisatie in de samenleving een goed beeld moeten hebben van de reputatie daarvan. Daarnaast zien we dat ook de reputatie van het toezicht en de reputatie van de commissaris in de afgelopen jaren eerder zijn verslechterd dan verbeterd. Om het bewustzijn over reputatie en het ‘future proof’ zijn van een organisatie onder commissarissen te vergroten, zien wij het sturen op reputatie als een waardevolle toevoeging aan de soft controls voor commissarissen en zou toezicht op reputatie expliciet geïntegreerd moeten zijn in alle governance codes.
Publicatie
Het onderzoek is uitgevoerd door Marleen Janssen Groesbeek en Marlies de Ruyter de Wildt, in samenwerking met Caroline Zegers en Anniek Bakker van Deloitte. In de publicatie ‘Voorkom toezicht met een dode hoek’ leest u de resultaten en inzichten. U kunt de publicatie bestellen via het contactformulier.
Save the date
Woensdagmiddag 13 maart 2019 vindt de officiële presentatie van het onderzoek plaats bij Hogeschool Avans in Den Bosch. Als u geïnteresseerd bent in een uitnodiging, kunt u dit kenbaar maken via ons contactformulier.